Peuterspeelzalen, luxe of noodzaak?

6 juni 2007 om 00:00 Nieuws

Foto’s Hans Verhorst/BDU

NIJKERK/HOEVELAKEN - Nog voor de zomer komt het college van B&W met de nota Peuterspeelzalen. De zeven locaties waarover de gemeente Nijkerk beschikt kijken reikhalzend uit naar het resultaat. Rooskleurig is de huidige situatie allerminst. Vanwege diverse oorzaken staat het water vele verblijven tot aan de lippen.

door Peter Kerklingh

Klavertje Vier trok enkele maanden geleden aan de bel. Ook De Triangel liet van zich horen, maar achteraf bleek het om een uitbreidingsverzoek te gaan. Niettemin is de financiële nood hoog. Tijdens diverse inspreekmogelijkheden gaven vertegenwoordigers van de peuterspeelzalen aan dringend behoefte te hebben aan meer geld. Zijn ze roependen in de woestijn?

De vraag is ook wat de politiek met dit nieuws gaat doen? En hoe wordt de langverwachte nota ontvangen? Wordt er gereageerd als in november 2003? Geld was er toen niet. Bezuinigd moest er worden. Een motie van de VVD en PROgressief21 om extra geld werd verworpen. Toen al waarschuwden de partijen ervoor dat ‘zonder aanvullende subsidie het peuterspeelzaalwerk in gevaar komt’.

Tenslotte is de mening van de ouders interessant. Gaan zij zich roeren?

De zeven locaties zijn in handen van vier organisaties: Stichting Peuterspeelzalen Nijkerk (SPN) beheert vier vestigingen: Biggenhok, Hummelhok en Snaterhok (Nijkerk) en Kwetterhok (Nijkerkerveen), Stichting Peuterspeelzaal Hoevelaken (SPH) beheert Klavertje Vier, dan is er Peuterspeelzaal De Triangel en tenslotte De Woelige Hoek. In totaal gaat het om 489 peuterplaatsen. De bezettingsgraad is hoog. Deze ligt met 84% ver boven het landelijke gemiddelde, dat volgens het Landelijk Platform Peuterspeelzalen op 67% ligt.

Verschillen

Peuterspeelzalen, maar ook kinderdagverblijven zijn belangrijke basisvoorzieningen voor kinderen tot en met vier jaar. Maar waar liggen de verschillen tussen beiden?

Kinderopvang stelt mannen en vrouwen in staat te blijven werken als ze kinderen krijgen. Het doel is dat ouders zorg en arbeid kunnen combineren. Goede kinderopvang is voor ouders en kind(eren) van wezenlijk belang. De wet kinderopvang regelt kwaliteit en financiering voor drie vormen van kinderopvang: dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang. In kinderdagverblijven worden kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar gedurende één of meerdere dagdelen per week, het hele jaar door opgevangen.

Peuterspeelzalen zijn wijkgerichte voorzieningen waar kinderen van 2 tot 4 jaar enkele dagdelen per week komen en die als eerste doel heeft ontspanning, ontmoeting en ontwikkeling. Peuterspeelzalen vervullen een belangrijke rol in de ontwikkeling van jonge kinderen. Tevens voorzien zij in de behoefte van ouders om hun kinderen een grote diversiteit aan ervaringen op te laten doen in een groep met leeftijdgenootjes. De peuterspeelzalen spelen als voorbereiding op het basisonderwijs een belangrijke rol. Daarnaast hebben peuterspeelzalen een signaleringsfunctie. Consultatiebureaus en (kinder)artsen adviseren ouders om hun kinderen naar een peuterspeelzaal te laten gaan.

VVE (voor- en vroegschoolse educatie)

Bij dit alles speelt ook de VVE een rol. Sinds 2000 is er een landelijke regeling VVE. Doel van deze regeling is het voorkomen van taalachterstanden bij alle kinderen van 2-6 jaar die in een achterstandsituatie verkeren of daarin dreigen terecht te komen. Door ‘doelgroepkinderen’ zo vroeg mogelijk gericht in hun ontwikkeling te stimuleren, wil de overheid latere maatschappelijke problemen zoals onderwijsachterstanden voorkomen. Zowel in de peuterspeelzaal, in het kinderdagverblijf als in groep 1 en groep 2 van de basisschool kan hier aandacht aan geschonken worden door instellingsgerichte educatieve programma’s aan te bieden. Een VVE programma is gericht op de totale ontwikkeling van het kind, op zowel taal- als cognitieve ontwikkeling als op sociale, emotionele, creatieve en lichamelijke ontwikkeling.

De ontwikkelingen van de laatste jaren met betrekking tot de kinderopvang en de VVE leiden er toe dat peuterspeelzaalwerk en kinderopvang steeds meer naar elkaar toegroeien. Alleen de financiering en het wettelijke kader voor beiden zijn verschillend. Peuterspeelzalen worden gesubsidieerd door de gemeente en ouders betalen een bijdrage; kinderopvang wordt betaald door de ouders, maar een groot deel van de kosten wordt gedragen door de werkgever en de overheid. De VVE activiteiten worden voor de kinderen van 2-4 jaar betaald door de gemeente vanuit een doelsubsidie van het rijk.

De basisschool krijgt zelf die middelen en is verantwoordelijk voor de invulling.

Kostprijs per kindplaats

De MOgroep (brancheorganisatie welzijn) heeft landelijk onderzoek gedaan naar de kostprijs per kindplaats voor de drie ambitieniveaus waarop het peuterspeelzaalwerk kan worden uitgevoerd (een kindplaats is dan de rekeneenheid die overeenkomt met een peuterbezoek van minimaal 5 uur verdeeld over 2 dagdelen per week gedurende 40 weken).

De kostprijs is voor Ambitieniveau 0: € 494,--, Ambitieniveau 1: € 770,--, Ambitieniveau 2: € 1173,--,

(Bron: VNG 2004)

De subsidie van de gemeente is dan afhankelijk van het ambitieniveau waarop gewerkt wordt, de hoogte van de ouderbijdrage en eventuele andere binnenkomende gelden.

Kosten Nijkerk

Per ambitieniveau zijn de kosten voor de 489 Nijkerkse peuterplaatsen dus € 241566,-- voor niveau 0, € 376530,-- voor niveau 1 en € 573597,-- voor niveau 2.

In de voorbereidingen voor nieuw beleid in Nijkerk is een analyse uitgevoerd over de huidige kosten voor het peuterspeelzaalwerk. Ambitieniveau 1 minus de huidige ouderbijdragen laat het volgende zien:

Van alle politieke partijen heeft PROgressief21 een intensief onderzoek gedaan. Op de lange termijn wordt een laagdrempelige toegang voorgesteld voor alle kinderen van 0 tot 4 jaar, een integratie van voorzieningen derhalve. Voor de korte termijn wordt aan hoogwaardige voorschoolse voorziening gedacht voor 2-4 jarigen voor minimaal 2 dagdelen per week. Fractievoorzitter Jan Duijnhouwer dringt derhalve aan op meer geld voor de peuterspeelzalen. Hij hekelde onlangs het college dat volgens hem ‘puur beleidsmatig’ bezig is.

Overige partijen spreken zich niet zo heel nadrukkelijk uit. Peuterspeelzaalwerk krijgt de kwalificaties als ‘heel belangrijk’, ‘een warm hart toedragen’ en ‘alle creativiteit benutten’. De vraag is hoe dit vertaald wordt in harde munt.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie