‘Kan idealisme ook effectief zijn?’
27 oktober 2010 om 00:00 NieuwsMarjan van Dasselaar heeft samen met Eelco van den Dool idealisten geïnterviewd die hun ideaal wel hebben waargemaakt. De interviews zijn vervat in hun boek Effectief idealisme. De auteurs hebben gesproken met Willemijn Verloop van War Child, Hedy d’Ancona (Opzij), Hans van Putten (Thomashuizen), Carin ten Hage (TNT), Rudolf Mees (Triodos Bank), Nico Roozen (Max Havelaar), en Rebecca Gomperts (Women on Waves).
door Henk Brinkman
Vrijdag 29 oktober presenteren zij hun boek bij boekhandel Roodbeen vanaf 20.30 uur. De toegang is vrij.
Patroon
Volgens Van den Dool en Van Dasselaar is er een patroon herkenbaar bij de idealisten die beide schrijvers voor het boek hebben gesproken. De weg van ideaal naar werkelijkheid is een taai proces. Toch krijgen sommige idealisten het voor elkaar: eerlijke koffie, gelijke kansen voor vrouwen en mannen of een beter milieu. Wat maakt deze idealisten effectief?
Vijf kernvragen
Van den Dool: ,,Er zijn vijf kernvragen, die je zou moeten beantwoorden, wil je ooit je idealen verwezenlijken. Idealisme drijft vaak op verontwaardiging. Waar word je boos over? In de tweede plaats moet je jezelf kunnen voorstellen, dat je het echt kunt veranderen. Voor Hans van Putten, de oprichter van de Tomashuizen was niets doen geen optie meer. Hij moest en zou iets veranderen in de zorg voor gehandicapten. Als niets doen geen optie meer is voor jou, dan kun je aan de slag met de derde vraag: de strategie om iets te veranderen. Hoe kun je dat doen? Dan moet je soms voor een paradoxale aanpak kiezen. Nico Roozen koos op een gegeven moment voor de verkoop van Max Havelaarkoffie via de schappen van de supermarkten. In de jaren ‘80 was dat vloeken in de kerk. De supermarkten waren in de ogen van veel idealisten eigenlijk de boosdoeners. Maar de strategie van Roozen werkte wel. Want nu ligt niet alleen Max Havelaarkoffie op de schappen van de supermarkten, maar ook andere fair-tradeproducten.”
Weerstand
Idealisten lopen ook vaak tegen grenzen en moeilijkheden op. Van den Dool: ,,Dan is ook de vierde vraag van belang. Hoe ga je om met pijn en teleurstelling als iets niet lukt? De weg gaat niet over rozen. Er is vaak weerstand. Kun je die omzetten in energie voor een andere oplossing?”
Uit de verhalen blijkt dat er vaak lange marsen, die soms jaren duren, nodig zijn om het einddoel te bereiken. ,,De vijfde vraag is hoeveel geduld je hebt om je ideaal te bereiken. En durf je te accepteren dat het anders loopt dan je wilde? Dat het resultaat van al je inspanningen toch anders is dan je aanvankelijk voor ogen had?”