Afbeelding
BDUmedia

Column: Applaus

26 augustus 2020 om 15:00 Column

Het is de laatste week van de zomervakantie. Zonder spektakel, zonder Nacht van Nijkerk. Natuurlijk kunnen we donderdagavond coronaproof een plek reserveren op het terras, maar de lol van deze jaarlijkse stadsreünie zit ‘m toch vooral in de loop. In de bewegingen. In de ontmoetingen die je – jezelf door het gedrang wurmend – hebt op weg van je gezelschap naar de bar of van het ene naar het andere terras. En dat valt nu eenmaal niet te organiseren op 1,5 meter afstand. Want dat is waar de Nacht van Nijkerk in mijn beleving voor velen om draait: spontane ontmoetingen. Alsof het één groot kringgesprek is waarin mensen elkaar vertellen over wat zij in de zomer hebben beleefd. Als je dat aan onze dochter vraagt, vertelt ze je over twee dingen: het glijbanenpark dat we op onze laatste vakantiedag bezochten én de brand in ons hotel. We verbleven die laatste nacht in een straat in München waar sirenes af en aan reden, maar deze keer was er echt iets aan de hand. Mijn vriend had dat al door voordat de brandweer op onze deur wilde bonzen om te zeggen dat we weg moesten. We waren dus gelukkig op tijd buiten. Daar zagen we de vlammen uit het raam van een kamer op de derde verdieping slaan (onze kamer lag op de vierde). Met de schrik vrij.

We beleefden het als in een roes, maar als ik er achteraf op terugkijk denk ik vooral: fijn dat het systeem heeft gewerkt. Dat er op tijd alarm is geslagen en dat de ontruiming goed verliep. Wat me daarnaast bijblijft is hoe behulpzaam iedereen was. Hotelpersoneel dat met handdoeken klaar stond om ons in onze pyjama’s enigszins warm te houden. Brandweer- en politiemensen die ons keurig begeleidden en herhaaldelijk vroegen of we oké waren en of we iets nodig hadden. Het jongetje dat ons een zitzak aanbood in het hotel aan de overkant waar we mochten wachten, omdat hij merkte dat Lente wel erg geschrokken was. Je kunt zeggen dat het vanzelfsprekend is en dat de professionals “gewoon hun werk deden”, maar voor onze gastheren en -dames was dit ook allesbehalve “gewoon”. Het was stressvol. Maar het liep goed af. Na 1,5 uur kwam het sein ‘brand meester’ en mochten we terug naar onze kamer. Wij besloten vol adrenaline onze terugreis een paar uur naar voren te halen en ‘s nachts naar huis te rijden. Aan de goede zorgen van de hulpverleners lag dat niet. En daarom is deze column een applaus. Voor brandweer- en politiemensen, voor hotelpersoneel. Omdat zij spannende gebeurtenissen vriendelijk, vakkundig en adequaat in goede banen leiden. Dankjulliewel!

Nelleke den Besten

Nelleke den Besten
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie