Nijkerk uitgeroepen tot bijvriendelijke gemeente

NIJKERK Nijkerk heeft het certificaat bijvriendelijke gemeente verkregen. Met het onthullen van het bord 'Nijkerk zoemt' nabij het zwembad werd dat bekrachtigd. Maar wethouder Nadya Aboyaakoub ziet het moment ook als het startsein om het leven van de bij – en dan vooral de wilde bij – nog aangenamer te maken.

Wijnand Kooijmans

Tijdens een verkenning van het aantal wilde bijen werden in Nijkerk 64 waarnemingen gedaan waarbij in totaal 34 verschillende soorten werden aangetroffen. Bij een goed beheer denkt de stichting Nederland Zoemt dat de leefomgeving van Nijkerk geschikt is voor 132 soorten. Zo is landelijk de zandbij het meest gesignaleerd, terwijl deze in Nijkerk niet is waargenomen.

TAAK Als het gaat om de instandhouding van de wilde bij wordt voor Nijkerk vooral een taak gezien als het gaat om de grote klok bij en de klokjesdikpoot. De eerste soort is actief in de periode van mei tot en met augustus, de tweede tussen juni en eind september. Rien Loman, teamleider wijkbeheer van de gemeente Nijkerk, is de drijvende kracht als het gaat om het bieden van een goede leefomgeving aan de wilde bij. Hij geeft aan dat bij 75 procent van het voedsel dat de mens eet de bij voor de verstuiving zorgt. In dit verband wijst hij op China, waar door de massale bijensterfte de mens deze taak moet overnemen.

GRATIS Terwijl de bij dat gratis en voor niets doet en alleen een stukje liefde van de mens hiervoor terug vraagt. Sinds een aantal jaren wordt door de gemeente al een natuurlijkvriendelijk beheer toegepast. Er wordt niet meer gekeken welke plant het mooist is, maar ook of deze geschikt is voor het welzijn van bijen en insecten.

Dat betekent dat bijvoorbeeld de hortensia, ondanks de fraaie aanblik, deels het veld heeft moeten ruimen. Het is een steriele bloem die van weinig waarde is voor insecten. Van de tienduizenden bomen in Nijkerk is een groot aantal inmiddels ook geschikt gemaakt voor bijen. Het gaat dan om de wilg in het voorjaar en wat verder in het jaar voor onder meer lindes en acacia. Ook de plantenborders van de gemeente zijn aangepast wat betreft beheer.

GROND Van de bijen leeft zeventig procent onder de grond. Volgens Loman is het belangrijk te zorgen dat de bij voldoende voedsel kan vinden gedurende de periode dat het dier actief is. Daarbij moet worden bedacht dat een bij al vliegt bij tien graden Celsius en een hommel zelfs al bij een iets lagere temperatuur.

Beheer betekent, zo zegt Loman, dat niet altijd alles er even netjes bij moet liggen. Mensen moeten kunnen ruiken, voelen, zien en horen. De gemeente maakt onderscheid tussen ecologische en functionele bermen en daar is ook het beheer op afgestemd. Gestreefd wordt naar arme gronden, omdat de praktijk leert dat daardoor het aantal dieren en diersoorten toeneemt.

TUIN Mensen worden door Loman opgeroepen een bijdrage te leveren door de inrichting van hun tuin. Te zorgen voor een plekke waar de bij zich kan voortplanten en niet alles in stenen te leggen, omdat dit wat betreft onderhoud zo gemakkelijk is.