Afbeelding
bdu

Straatpoëzie

6 februari 2019 om 11:13 Lokaal/Column

Vandaag is de laatste dag van de Week van de Poëzie; een week waarin de organisatoren een zo groot mogelijk bereik voor poëzie willen creëren. Nu heb ik de indruk dat poëzie met de komst van sociale media sowieso in opkomst is. Met of zonder de hashtag #dichtersvaninstagram kan een groot publiek kennis maken met de fraai vormgegeven dichtkunsten van allerhande dichters. In mijn tijdlijn verschijnen bijvoorbeeld dagelijks gedichten van Lentezoet (Tirza van Schie), Taalig (Tanja Helderman) en r.o. (René Oskam). Ik weet niet precies wat de definitie van poëzie is, maar in zekere zin zou je (sommige) teksttegels van bijvoorbeeld RUMAG. er ook onder kunnen scharen. Of de kinderuitspraken op de boterhammen van tante Anne (What's up je Boterham). Of de (waarschijnlijk beter bekende) zinnen van Loesje. En geloof me, daar zit brood in, getuige de webwinkels met ansichtkaarten, mokken, deurmatten, kleding, enzovoort. Tot zover trouwens het inkijkje in mijn digitale 'bundelkast'. Wat ik ermee wil aangeven is dat woordkunst en vormgeving elkaar mooi kunnen versterken.

Dat weet ook onze stadsdichter Bert Jurling. In de Nijkerkse scheurkalender kwam onlangs zijn gedicht 'goede raad' voorbij, dat ook de gevel van het oude stadhuis siert. Eerder al maakte hij een gedicht voor Therèse Klompenhouwer, dat een plek kreeg bij eetcafé Princesse, en zijn gedicht 'Lezen is reizen' prijkt aan de muur in de bibliotheek in Nijkerk. Ik weet dat Bert ideeën heeft voor meer gedichten in de openbare ruimte, die kunnen uitgroeien tot een gedichtenroute of poëtische stadswandeling met gedichten op markante, historische plaatsen, zoals Museum Nijkerk, de Langestraat, bij de entree van de begraafplaats en bij het Jaap van der Krolbad. Ik ben fan van straatpoëzie en juich zijn ideeën (waar uiteraard wel geld voor nodig is) van harte toe.

Het Genootschap Onze Taal wijdde ooit een artikel aan dichtkunsten in de openbare ruimte. De straatpoëzie die mij na het lezen van dat artikel altijd is bijgebleven is een gedicht van Stijn Vranken op een brug in Antwerpen. Onderop een brug, welteverstaan, en dus alleen te lezen voor weggebruikers die noodgedwongen stilstaan. Ik neem hier niet het hele gedicht op, maar wil je de slotzin die mij een glimlach bezorgde niet onthouden: "Vervoert dit schip niet erg rustig de tijd, die u hier zo dringend staat te verliezen?" Kijk maar eens op straatpoezie.nl, er zijn mooie schatten te vinden. En als we dan overtuigd zijn van de meerwaarde van poëzie in de openbare ruimte, zullen we Bert dan helpen zijn ideeën daadwerkelijk vorm te geven?

Nelleke den Besten.

Nelleke den Besten
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie