Ouders en jongeren zeer tevreden: ondersteuner huisarts blijft

NIJKERK De pilot specialistische ondersteuners op het gebied van jeugd geestelijke gezondheidszorg onder te brengen in huisartsenpraktijken (SOH) wordt door het Nijkerkse college van burgemeester en wethouders verlengd tot 31 december 2019. Dit gezien de goede resultaten welke hiermee in de afgelopen periode zijn behaald.

Wijnand Kooijmans

Voor komend jaar wordt hiervoor een bedrag van 155.000 euro beschikbaar gesteld. De verwachting is dat dit bedrag kan worden terugverdiend door besparing op de uitgaven voor jeugdhulp. De pilot loopt sinds 2016. Doel van de specialistische ondersteuner bij huis- en jeugdartsen is dat minder verwijzingen naar zware en daarmee dure jeugdhulp plaatsvindt.

Uit de evaluatie blijkt dat ook bij huisartsen die niet deelnemen aan de pilot sprake is van een dalende verwijzing naar zware jeugdhulp. Ook dit werkt, zegt het college, financieel positief door in de totale uitgaven die voor jeugdhulp noodzakelijk zijn.

SCREENING De inzet van SOH draagt, concludeert het college, sterk bij aan een betere screening waardoor er minder beroep op zware GGZ hulp behoeft te worden gedaan. Indien deze hulp toch nodig is sluit deze beter aan. Dat heeft voor de gemeente een kostenreductie opgeleverd van 223.000 euro aan zware hulp. Wel is een hoger bedrag nodig voor de toename van lichtere vormen van GGZ hulp. Het gaat dan om 86.000 euro maar dat bedrag voldoet aan de verwachtingen. Uit het onderzoek blijkt ook dat de wachttijd voor hulp minimaal is. Binnen een week na contact met de huisarts kunnen ouders en jongeren terecht bij de SOH in Nijkerk en Hoevelaken. De wachttijd voor het alternatief – een regionale aanbieder – bedraagt doorgaans enkele maanden.

TEVREDEN Ouders en jongeren zijn zeer tevreden met de inzet van de SOH. Regionaal wordt de inzet gewaardeerd met het cijfer negen. Ook professionals, het lokale jeugdteam en de huisartsenpraktijen zijn positief over de inzet van de SOH. De kennis van kinder- en jeugdpsychiatrie is lokaal in huis gehaald. Zowel huisartsen als jeugdarts en gebiedsteams doen een beroep op die kennis en komen sneller tot een goede aanpak van de vraag om ondersteuning.

De evaluatie wijst uit dat de samenwerking van de gebiedsteams met de lokale huisartsen en twee grote GGZ-aanbieders is verbeterd. De verwijzingen zijn beter onderbouwd waardoor de hulp aan de jeugd sneller aansluit. Ook bij huisartsenpraktijken die niet deelnemen aan de pilot daalt het beroep op zware hulpverlening.

AFWEGING De huisartsen hebben kennis genomen van de resultaten van het onderzoek. Dat maakt dat ze zelf de conclusie trekken in circa vijftig procent van de gevallen geen juiste afweging te maken in de tien minutengesprekken tijdens het spreekuur en daardoor te vaak zware hulp inzetten. Dat maakt dat ze nu meer verwijzen naar de gebiedsteams en ook dat werkt kostenbesparend.

De pilot loopt door tot eind 2019 waarna een definitief besluit volgt.